logo
Populate the side area with widgets, images, navigation links and whatever else comes to your mind.
18 Northumberland Avenue, London, UK
(+44) 871.075.0336
ouroffice@vangard.com
Follow us
reneekerringlow
renee-4low
renee

Renee, 69 jaar

Het kind dat je verloren bent maar niet hebt begraven staat ineens voor je neus. Daar moet je mee gaan dealen, maar ik kon het niet. Ik kwam in een vreselijke depressie terecht die twee jaar duurde. Want wat voor mij het begin was, was voor hem het eind. We hadden een totaal ander uitgangspunt. Ik wilde alle verloren jaren gaan inhalen, hij niet. En dan moet je elkaar gaan vinden.

Het woord ‘afstandsmoeder’ past niet bij mij. En ook niet bij andere moeders. Je doet nooit afstand van je kind. Je wordt door een bepaalde situatie gedwongen, maar het blijft tegennatuurlijk. In de jaren ’60, toen ik mijn kind kreeg, was je een schande voor de hele familie wanneer je ongehuwd moeder werd. Ik heb mijn twijfels gehad, maar er was geen andere mogelijkheid. En ik had ook het gevoel dat de kinderbescherming me daar niet in steunde. Het stond in mijn papieren; ‘moeder twijfelt, beter om haar niet meer te benaderen.’ Ik denk dat ze er juist alles aan deden om mijn kind bij een ander gezin te plaatsen in plaats van bij mij. Daarom heb ik er altijd een gevoel aan overgehouden dat het handel is. Een kwestie van vraag en aanbod. Ook in de derdewereldlanden. Daar wordt zoveel geld aan adoptie verdiend. En toch blijft dat dubbel. Want ik heb in die tehuizen gewerkt. Die zijn niet goed. Ik heb met regelmaat gedacht; ‘ik wou dat er voor dit kind een gezin kwam.’ Want je hebt vooral liefde nodig. Dat kan ook van een adoptieouder zijn. Ik heb adoptieouders in mijn omgeving, mijn vriendenkring. Ik zie hoe bewust zij moeder zijn, soms zelfs te bewust denk ik. Maar wel altijd gepaard met liefde. Ik ben tegen adoptie, maar als het dan moet gebeuren, dan toch het liefst meteen vanaf de geboorte, zodat het kind zich vanaf dag 1 echt kan gaan hechten.

Met de kennis die ik nu heb had ik mijn kind nooit kwijt willen raken. Het heeft een enorme impact op mijn leven gehad. Uit schaamte en uit schuldgevoel vertelde ik het tegen niemand. Alleen mijn man wist ervan. Tijdens de zwangerschappen van mijn kinderen met hem raakte ik in een depressie. Rond de geboortedag van mijn eerste kind was ik niet aanspreekbaar voor anderen. De ontmoeting met mijn eerste zoon, hij liep toen al tegen de veertig, was heel mooi. Maar hij nam daarna weer afstand. Ik heb hulp gekregen van psychologen, maar uiteindelijk moest ik het zelf doen. Ik moest mijn eigen verwachtingspatroon bij gaan stellen. Je krijgt in de loop der jaren wel een soort rust over je heen. Die intense band komt niet, maar alles wat ik nu krijg zie ik als een cadeautje. We komen regelmatig bij elkaar met alle kinderen. Nu zegt hij wanneer hij weggaat; ‘dag moeders!’ Daar dacht hij in het begin heel anders over.

Het ware gezicht achter adoptie, die van de geboortemoeder, die is altijd buiten beeld. Veel geboortemoeders raken verbitterd, voelen vooral woede. Dat is zo zonde. Het is iets wat je is overkomen, je kon er niets aan doen. Je moet verder met je leven.

Tekst: Kim van Schie  Fotografie: Ton Sondag